Padel tennis steeds populairder, ook in Veenendaal
SportVEENENDAAL – Ook binnen de tennissport staat de innovatie niet stil. Neem padel tennis, kortweg padel genoemd. Padel kent een stormachtige ontwikkeling en is wereldwijd de snelst groeiende tak van sport. Vandaar dat steeds meer tennisverenigingen padelbanen aanleggen. Ook in Veenendaal. VTC was er als eerste bij, TV Spitsbergen is bezig met de aanleg van vier nieuwe banen.
Padel is in feite een mix tussen tennis en squash en geschikt voor alle leeftijden. Punten worden namelijk vaker gewonnen door een goede strategie dan door pure kracht.
Padel wordt voornamelijk gespeeld in een dubbelspel, op een baan met glazen wanden. Een padelbaan is een derde van de grootte van een full-size tennisbaan. Het spel is gemakkelijk te leren en daardoor aantrekkelijk voor elk niveau.
Een padelbaan heeft een afmeting van 10x20 meter, in tweeën gedeeld door een net met een maximale hoogte van 88 cm in het midden en 92 cm aan de zijkanten. De baan is omringd door een glazen wand.
Tennisvereniging VTC had twee jaar geleden in Veenendaal de primeur en speelt intussen met drie padelteams in de competitie. De club aan de Dennenlaan beschikt over twee banen, maar is in overleg met de gemeente om opnieuw een gravelbaan in te leveren voor twee extra padelbanen, vertelt woordvoerder Ed Klasen. ‘De animo is groter dan de beschikbare ruimte. We denken dat er steeds meer mensen overstappen van tennis naar padel en dat nieuwe leden eerder voor padel kiezen.’
Bij tennisvereniging Spitsbergen zijn binnenkort vier banen beschikbaar, de aanleg daarvan is bijna voltooid. ‘We denken dat ze in december opgeleverd worden; de officiële opening is op 15 januari. Daar maken we een feestje van’, aldus Margot van der Hagen. Ze is voorzitter van de padelcommissie bij Spitsbergen en is zelf een enthousiaste padeller. ‘Nu nog bij VTC, straks uiteraard bij “Spits”, lacht ze.
‘Omdat er nog ruimte was, hebben we geen tennisbanen hoeven inleveren. Sterker, indien nodig is er zelfs plek voor nog twee banen. Daar zijn we heel blij mee’, verklaart Van der Hagen.